De microscoop:

 

1)    Het oculair :  het is een lens die boven de tubus is.

   ... Daar plaats je je oog.

 

2)    De tubus :  deze struktuur komt tussen het oculair en het objectief.

 

3)    Het objectief :  het is een lens gesitueerd juist boven het preparaat.

 

4)    De grove instelling :  de grove instelling maakt de samenbrenging mogelijk

    tussen het objectief en het preparaat.

 

5)    De fijne instelling :  met deze instelling is het mogelijk het voorwerp dieper te zien.

 

6)    Een lichtbron of een spiegel is noodzakelijk.